Voorzitter John Schurer blikt wekelijks terug op actuele gebeurtenissen in de voetbalwereld en in supportersland. Deze keer vertelt John over zijn vakantie in Bodrum.
Zo, ik stapte met mijn vrouw gisteren weer uit het vliegtuig vanuit Bodrum met een verbrande kop en een beginnende vervelling. Niet van ouderdom, maar het was dagelijks 30 graden, dus dacht ik: “Hoppa, de zon op mijn lijf na die lange winter.” En ja hoor, na twee dagen moest ik weer even passen en kroop weer onder die parasol. Jaloers keek ik naar mijn vrouw, die in twee weken zodanig gebruind was, dat ik mijn familie uit moest leggen dat ik ook mee geweest was. Maar goed, de bar in het hotel was gewillig en ‘s avonds was het ouderwets gezellig op de boulevard. Van de twee weken ben ik ruim een week opgetrokken met vier vrouwen. En denk maar niet dat het vrouwen waren, die daar de Libelle en de Margriet kwamen te lezen. Het tempo aan de bar of op het terras lag daar te hoog voor. Ze waren even losgelaten van huis en haard en daar paste ik mij genadeloos bij aan.Het grote voordeel is dat ik voetballiefhebber ben. Dus kom je regelmatig in gesprek met anderen over het voetbal of over andere sporten. In ons hotel waren hoofdzakelijk Belgen en Nederlanders met hier en daar een verdwaalde Engelsman en Duitser. Zo kreeg ik het hele verhaal te horen over KV Mechelen, de club die eens hoogtijdagen kende met Erwin Koeman en daarna failliet ging, opnieuw werd opgebouwd en nu weer in de Belgische Eredivisie speelt. Vol passie vertelden een Belgische dame en heer over hun club. Mijn opmerking dat Erwin Koeman bij ons vandaan komt viel niet zo op. Ze wisten dat wel, maar voor de rest was het alleen maar luisteren geblazen. En naar een Belgisch koppel moet je altijd scherp blijven luisteren, want voor dat je het weet ben je de weg kwijt. Ze vonden Aad de Mos een geweldige trainer, die KV Mechelen op de kaart had gezet. Ik zei: “Dat zal wel zo zijn, maar voor de rest wat betreft Aad de Mos kunnen we niet al te scheutig zijn met zijn verdiensten voor de voetballerij.” Dat was net even een stap te ver, want het gesprek was toen direct afgelopen, daar het Belgische koppel plotseling begon te geeuwen en zei dat ze het druk hadden morgen, omdat ze naar de markt moesten in Bodrum.
Ik zat ‘s morgens vroeg na een bezoek aan de fitness in het hotel lekker even aan een tafeltje een krantje te lezen. Bakkie erbij, met vlak voor mijn neus het zwembad, waar vijftigplussers stoer hun rondjes zwommen in het tempo van een schildpad die ligt te slapen. “Hallo” zei een Nederlander, die bij mijn tafel aanschoof. “Shit,” dacht ik, “die komt net zijn nest uit en gaat mij nu even lastigvallen met moeilijke verhalen.” “Waar kom jij vandaan” vroeg hij. Ja hoor, de standaardvraag. “Groningen” zei ik. “ Het vliegtuig heeft mij vanuit Amsterdam hier gebracht,” zei de man. “ Ja,” zei ik, “mij ook, de auto staat op de parkeerplaats op Schiphol.” “Ik bedoel, ik kom zelf uit Amsterdam,” zei de man. “Een geweldig hotel hier, goed eten, prima bediening, mooi zwembad en prachtig uitzicht.” “Ja” zei ik, terwijl mijn blik over de krant rondwaarde, waar ik net las dat Sieneke uitgeschakeld was voor de finale van het Songfestival. “Vaker hier geweest ?” vroeg ik toch maar eens vriendelijk. “Ja,” zei de Amsterdammer de tweede keer. “Ze kunnen mij allemaal goed hier. Ik geef regelmatig even een lekker fooitje, dan kruipen ze wel voor je. Ik en mijn vrouw krijgen altijd een speciale tafel, tevens liggen er elke morgen bloemen op ons bed. En de baas kan ik ook goed, daar zit ik regelmatig mee aan tafel en geef hem dan even een paar goede tips.” “Leuk” zei ik.
Ik dacht: “John, je begint niet met een Amsterdammer over voetbal, want dan krijg je geheid jeuk tussen de tenen.” “Ron Jans ook weg bij jullie hé,” zei de Amsterdammer. Jeetje, nee toch. Ik zei: “Ik kom hier trouwens al acht jaar.” “Acht jaar?” zei de Amsterdammer stotterend. Ik knikte bevestigend. “Ik ga even naar mijn vrouw toe, die moet ook even wat aandacht,” zei de Amsterdammer en stond op. “Fijne dag nog”, zei ik, maar dat hoorde hij niet meer. Een paar dagen later zag ik hem in een heftige discussie bij de receptie over een betaling van zijn kluisje.
Hij was 48 jaar, kale kop, tattoos op de armen, benen en rug en kwam uit de wijk Crooswijk Rotterdam. Onze ligbedden lagen naast elkaar toevallig, die dag bij het zwembad. Ik las net de 420 pagina’s dikke autobiografie van de oud-tennisser Andre Agassi. Vorig jaar heb ik die van Guus Hiddink gelezen tijdens de vakantie. “Mooi boek?” zei de Rotterdammer. “Ja, leest lekker weg,” zei ik. “Uit Groningen?” “Klopt”zei ik. “Dat hoorde ik direct toen je met je wijffie kletste. Je praat niet plat, maar wel met een accent.” “Jij ook” zei ik. Hij stak zijn hand uit en stelde zich voor. “Joop,” zei hij met een vriendelijke blik. Ik stelde mij ook voor. “Die schilderijen op je armen, hebben die nog een betekenis?” vroeg ik. “Nee, vond het gewoon mooi” zei Joop. “Jij hebt er ook twee in het Chinees op je armen,” vroeg Joop. “Klopt” zei ik, “een G en een J. De G staat voor mijn club en vrouw en de J voor mijn voornaam”. “Maar waarom in het Chinees?” vroeg hij. “Vind het gewoon mooi” zei ik. “Ik ben portier bij discotheken in Rotterdam en doe dat al 25 jaar.” “Ik werk bij de IBG en doe in studiefinancieringen” zei ik. Het werd een gesprek van drie uur over Feyenoord, FC Groningen, hooligans, supporters, uitwedstrijden, Hoek van Holland, messteken, geweerschoten en Thomas Vermaelen, die bij de huldiging van de Nederlandse beker het nodig vond om ‘kakkerlakken’ te roepen, en tijdens een concert in Ahoy gered moest worden door de beveiliging en politie, anders was die zeker gelyncht. “Jij bent een goede gast en je hebt wel een babbel” zei Joop. “Als je een keer in Rotterdam komt, ben je bij mij altijd welkom. Mijn schoondochter is zwanger ik wordt wel opa binnenkort. Dan ga je alles wel anders bekijken.” Ik begon te lachen. “Is dat zo Joop? Ik word binnenkort ook opa. Bij mij verandert er niks, behalve dat ik er, hoop ik, nog jaren van kan genieten.” “Oké, zei Joop, ik ga nu even naar mijn kamer, moet nog even vijftig push-ups doen, want je wordt hier hartstikke lui.”.
Ik keek even naar links waar mijn vrouw lag. “Ik heb zelf al even drinken opgehaald, heb je het naar je zin schat?” vroeg ze. Wij gaan vanavond met zijn vijven op stap, jij en vier vrouwen. Dat vond ik even stoerder dan de vijftig push-ups van Joop.
John Schurer,
Voorzitter Supportersvereniging FC Groningen