De veranderende scoutingswereld: ‘Betaalden we vroeger vijf ton, nu moeten we twee miljoen aftikken’

Hij wilde alleen aan een interview meewerken als hij vrijuit zijn verhaal mocht doen. Het tekent het open karakter van Peter Moltmaker, sinds juli scoutingscoördinator van FC Groningen en opvolger van de plotseling naar AZ vertrokken Carlos Aalbers.

Wie op de club je ook spreekt, over Moltmaker valt nooit een onvertogen woord. Een belangrijke eigenschap voor iemand die de toekomstige pareltjes van de club moet overhalen om in Groningen te spelen. Een relaas over iemand die de scoutingswereld van dichtbij zag veranderen, voorstander is van datascouting en altijd in mogelijkheden denkt.

 Tekst: Merijn Slagter | Foto’s: Erwin Otten

In het restaurant van het Topsportzorgcentrum zit Moltmaker er ontspannen bij. Niet zonder reden ‘want deze functie past mij als een gegoten jas’, antwoordt de Veenhuizer op de vraag hoe zijn eerste maanden als scoutingscoördinator bevallen. Er kleeft slecht één nadeel aan de functie; hij ziet nog relatief weinig wedstrijden live van zijn favoriete club. ‘De wedstrijden van het eerste elftal in een ander stadion op je telefoon volgen is vreselijk’, vindt  Moltmaker.

Hij is sinds 2001 aan de club verbonden als jeugdtrainer, iets wat hij tot vier jaar geleden nog steeds deed. ‘Toen werd de functie van coördinator jeugdscouting gecreëerd en vroeg de club of ik dat wilde doen. Dat leek me interessant, al was ik bang dat ik het veld teveel zou missen. Henk Veldmate zei echter dat ik het daarvoor veel te druk zou krijgen. Aan die uitspraak denk ik nog regelmatig’, lacht hij. Samen met zo’n 25 vrijwillige jeugdscouts gaf Moltmaker de afdeling jeugdscouting in de voorbije jaren verder vorm, waarbij er onder meer buitenlandse jeugdspelers vanaf zestien jaar naar Groningen werden gehaald. Het contracteren van de Slowaak Tomas Suslov (16) en de Deen Anders Faester (17) zijn daarvan recente voorbeelden.

Intensieve periode

Door het vertrek van Aalbers werd Moltmaker doorgeschoven als scoutingscoördinator van het eerste elftal. ‘Er ligt een intensieve periode achter me, want als je er halverwege juli instapt, moet je meteen naar het einde van de zomerse transferwindow toewerken. Maar ondanks de drukte, voelde ik me comfortabel. Ik zie mijn functie als uitdaging, niet als één die mij veel negatieve druk oplevert. Op de eerste plaats ben ik namelijk supporter en heb ik hetzelfde belang als alle mensen die de club een warm hart toedragen: een zo sterk mogelijke eerste selectie.’

‘En ik heb een prima leerschool mogen ervaren. Kijk waar Veldmate (Ajax, red.) en Aalbers (AZ, red.) naartoe zijn gegaan. Ten opzichte van hen zit ik pas vier jaar in het scoutingswereldje en heb ik gemerkt hoe belangrijk een netwerk is. Dat moet zich nog verder ontwikkelen’, legt hij uit. Maar met ervaren scouts als Jurrie Koolhof en de pas aangestelde Dirk Jan Derksen en René Bakhuis in het scoutingsteam, breidt het netwerk zich snel uit. Bakhuis, woonachtig in Stockholm, oriënteert zich per 1 december op met name Scandinavië.

Dat de sleutelspelers bij FC Groningen bleven, zorgde ervoor dat de zomerse transferwindow voor Moltmaker relatief rustig bleef. ‘Maar wat als Te Wierik of Doan toch vertrekt? Als dat gebeurt, liggen de lijstjes met opvolgers al klaar. Het streven is om per positie drie tot vijf spelers als back-up te hebben voor een speler die vertrekt. Die lijst verandert elke dag.’

Wegstrepen

Elke dag? ‘Ja, elke dag’, vertelt Moltmaker zonder blikken of blozen. Hij haalt de situatie van Sergio Padt aan. ‘Hij tekende in de zomer bij. Maar als dat niet gebeurt, moet je je oriënteren op opvolgers. We hadden een lijstje paraat met goede keepers, die allemaal uitgebreid gescout waren. Maar per dag konden we een naam wegstrepen omdat ze bij hun club bijtekenden of naar een andere club gingen. Voordat je het weet valt zo’n hele schaduwlijst weg en moet je doorschakelen.’

Ook het budget waarmee gewerkt wordt, is volgens Moltmaker van groot belang. ‘Kun je de transfersom deels herinvesteren of ga je shoppen met een lege portemonnee? De lijstjes die we maken, bestaan dus uit spelers die een transferwaarde vertegenwoordigen, maar ook uit transfervrije spelers. Met het budget dat we hadden konden we Chabot, Doan en Zeefuik vastleggen. Dat waren wel investeringen, maar voor het publiek – op Chabot na – geen nieuwe namen.’

Na het sluiten van de zomerse transferwindow, had Moltmaker de tijd om zich te richten op de langere termijn. Zo wordt de winterse transferwindow interessant voor FC Groningen. ‘Er liggen al diverse scenario’s klaar’, erkent hij. ‘We hebben prioriteitsposities waarop we ons willen versterken en hebben daarbij nauw overleg met de technische staf. Ik kan nu alvast wel vertellen dat áls we jongens in de winter halen, het spelers moeten zijn die meteen een versterking zijn voor het eerste elftal.’

Toen en nu

De scoutingswereld ziet er tegenwoordig een stuk anders uit dan pakweg tien jaar geleden. Fans van FC Groningen refereren er nog jaarlijks aan hoe mooi het was dat spelers als Marcus Berg en Luis Suarez in het groen en wit speelden. Maar die tijd ligt volgens Moltmaker ver achter ons. ‘Toen Berg naar Groningen kwam, was hij met 21 jaar al een gearriveerde jeugdspeler op het hoogste niveau in Zweden. Dat is tegenwoordig ondenkbaar. Als wij een nieuwe Berg willen halen, moet dat al als hij zeventien is. Als jeugdscout heb ik meegemaakt dat ik donderdagmorgen om 11:00 uur bij Zweden O16 – Noorwegen O16, vier uur rijden boven Stockholm, nog vijftig scouts tegenkwam. Bij een wedstrijdje met 150 man publiek’, verzucht hij.

Teveel grote Engelse en Duitse clubs zijn daar aanwezig om elkaar de loef af te steken. ‘Vooral Engelse clubs hebben er vanwege hun enorme budgetten geen moeite mee om veel spelers naar zich toe te trekken. Je hebt het er maar mee te doen. Arno de Jong, onze nieuwe hoofd jeugdscout, was laatst bij een soortgelijk duel in Finland. Een Engelse club aasde op een 15-jarig spelertje en was afgereisd met drie scouts. Dat geeft wel aan hoe de verhoudingen nu liggen.’

Marktwerking

Die ontwikkelingen zorgen ervoor dat je anders gaat scouten, geeft Moltmaker aan. Als er in Engeland ergens tachtig miljoen voor een speler wordt betaald, gaat de carrousel draaien. ‘Waar we vroeger vijf ton voor een Deense speler betaalden, moeten we nu twee miljoen aftikken. Prijzen liften allemaal op de markt mee. Sommige landen worden daardoor minder aantrekkelijk, al blijft Scandinavië een interessant scoutingsgebied.’

FC Groningen kijkt door die marktontwikkeling verder om zich heen. Zo richt de club haar pijlen tegenwoordig ook op de 2. en 3. Bundesliga, de Segunda División A in Spanje en de Ligue 2 in Frankrijk. ‘In Frankrijk hebben wij nog niet veel gedaan, maar we zitten er bovenop. Een ploeg als FC Utrecht haalde er Sébastien Haller en Nicolas Gavory al vandaan en wij oriënteren ons er ook uitgebreid. De Duitse onder 19-markt is ook erg interessant. Zo kwamen wij Tim Handwerker op het spoor. Maar meer Nederlandse clubs vissen in die vijver.’

Data- en videoscouting

‘Toen Hans en Ron mij vroegen of ik scoutingscoördinator wilde worden, hebben we met elkaar besloten om ons scoutingsapparaat van de club uit te breiden’, vervolgt hij. Met Derksen is er dus een nieuwe scout bij gekomen en daarnaast wilden Jans en Moltmaker er graag een video-datascout bij.

‘De club heeft daar de noodzaak ook van ingezien en dus hebben we sinds 1 september formeel een datascout, in de persoon van Sil Piek. Het is niet zo dat datascouting een heilige graal is, maar het kan je wel op het goede spoor zetten. Als we live een interessante speler in actie zien, halen we ‘m ook door het datasysteem heen. En andersom ook. Als onze live-, video- én datascouting  eensgezind over een speler zijn, acht ik de kans dat een speler bij ons slaagt groter.’

Afgewezen

Hoewel er pas sinds kort een datascout is, werkte FC Groningen vorig seizoen ook al met data. ‘We hebben toen een speler afgewezen op basis van data. Dat was iemand uit het Nederlandse betaalde voetbal die Oussama Idrissi eventueel moest opvolgen. Hij werd door sommige live-scouts positief benoemd, maar er waren ook minder positieve geluiden. Toen waren we benieuwd welk beeld data zou geven en bleek dat zijn aanvallende bijdrage in de eerste seizoenshelft heel gering was.’

‘Uiteindelijk hebben we besloten om hem niet te nemen en werd hij uitgeleend aan een andere club. Dat was niet heel succesvol. Daardoor zou je kunnen zeggen dat onze keuze terecht was, maar het kan ook liggen aan de nieuwe omgeving waarin zo’n speler terechtkomt. Data was in dit geval een goed hulpmiddel. Wat een aantal ogen hebben gezien – een niet heel grote bijdrage in het veld – werd in dit geval onderbouwd door data.’

Scouten met data

De data die beschikbaar komt, wordt door FC Groningen ingekocht. Vervolgens kun je binnen een zoeksysteem met allerlei data speuren naar een geschikte voetballer. Moltmaker: ‘Als je Hans Hateboer verkoopt, en je weet dat het publiek enthousiast over hem is, kun je daar op basis van data een profiel van maken. Wil je een rechtsback die veel op de rechtsbuitenpositie terechtkomt en voorzetten geeft, of juist iemand die de middellijn niet passeert en heel kopsterk is? Dit levert een ranking op’, legt hij uit.

‘Dan zien we: hé, die speler uit Griekenland heeft veel overeenkomsten met Hateboer. Dan weet je ongeveer wat voor type voetballer je op het spoor bent. Met die informatie kun je data ook met meer vertrouwen toetsen in de Kroatische competitie, die we minder goed kennen.’

Ontdekkingsreis

Met Moltmaker heeft FC Groningen een scoutingscoördinator aan het roer staan die heilig gelooft in de kracht van data. Ook is de Veenhuizer zich ervan bewust dat er op dat terrein nog veel te winnen valt. ‘Met datascout Sil Piek en sportwetenschapper Wouter Frencken praat ik veel op dat gebied. We zijn ook benieuwd waar we over een jaar staan’, blikt hij vooruit. De volgende scout zou volgens Moltmaker zomaar iemand kunnen zijn die helemaal is toegelegd op videoscouting.

‘Voor mij is de wereld van de data- en videoscouting nog een ware ontdekkingsreis. We kunnen er gerichter en intensiever spelers door scouten. Met hetzelfde budget kunnen we meer voor elkaar krijgen omdat het tijd scheelt en je vooraf al een boel huiswerk kunt doen. Maar live scouting blijft leidend. En dat is meer dan alleen een wedstrijdje kijken. Je wilt ook weten hoe een speler als persoon is, wat zijn levensstijl is en wat de mening van trainers is die met zo’n speler hebben gewerkt. Het is altijd maar weer afwachten hoe een speler gedijt in een andere omgeving.’

Trots

Scoutingsexponenten als Ritsu Doan en Ludovit Reis maken Moltmaker tot op de dag vandaag nog trots. ‘Doan is een prachtig staaltje live scouting. Carlos Aalbers heeft hem aan het werk gezien op een plek waar de meeste Nederlandse scouts nog nooit geweest zijn’, vermoedt hij. ‘Dat Doan zich hier zo manifesteert, terwijl hij nog hartstikke jong is, uit een totaal andere cultuur komt en de taal niet spreekt, vind ik bijzonder. Ik was heel opgetogen toen we hem haalden, helemaal nadat we hem definitief overnamen van Gamba Osaka.’

Een prachtig staaltje samenwerking tussen de toenmalige scouts, Aalbers en Koolhof, directie en management. Dat Reis bij FC Groningen voetbalt, is grotendeels aan de vrijwillige jeugdscouting te danken. ‘We haalden hem weg onder de rook van clubs als AZ en Ajax. Toen zij onze interesse doorhadden, hebben we pijlsnel gehandeld. Qua jeugdscouting een voorbeeld waar ik nog iedere dag van geniet’, vertelt hij.

Risico

Ergens in geloven en investeren in je netwerk is essentieel voor Moltmaker. ‘Wij zeggen niet te snel dat iets niet kan of te moeilijk is. Niets is onmogelijk. Als wij vernemen dat een speler heel duur is, zeg ik niet op voorhand ‘laat maar zitten’. Dan vind ik dat we zo’n jongen in kaart moeten brengen, zodat we een goed beeld krijgen. Als we ervan overtuigd zijn, kunnen we altijd een poging wagen. Nee heb je, ja kun je krijgen’, klinkt het hoopvol.

‘En scouten is voor een club als FC Groningen ook vooral timing. Zeefuik stond bijvoorbeeld al lang op de radar. Eerst bij jeugd- en vervolgens de profscouting. Hij was echter lange tijd onhaalbaar. Maar mede doordat we goed voorbereid waren en er goede contacten waren, konden we hem uiteindelijk toch naar FC Groningen halen.’

Daarnaast wil Moltmaker benadrukken dat het scouten een teamspel is tussen technische staf, technisch manager, management en directie en scouting. En ondanks die talloze mooie scoutingsvoorbeelden weet Moltmaker maar al te goed dat niet iedere speler een succesverhaal is geweest. ‘Daar moet je ook eerlijk in zijn. In het aantrekken van spelers zit nou eenmaal altijd een risico. Je kunt een ontwikkeling of blessure niet voorspellen. Er zijn veel factoren die meespelen, maar dat maakt het ook weer boeiend.’