Je bouwt een zakenimperium op in je leven. Je omringt je daarbij met mensen, die door jou gekocht zijn om jouw zakenimperium nog groter te maken, nog sterker, nog machtiger. Het interesseert je eigenlijk geen moer hoe je het doet, als de kassa maar rinkelt. Als je dan eenmaal zo groot bent en iedereen om je heen buigt deemoedig zijn hoofd, dan kun je eens omkijken naar leuke speeltjes voor jezelf.
Er is niks mis mee om ambities te hebben door zakelijk te slagen. Je gooit je hele ziel en zaligheid in het bedrijf, werkt keihard en dan hoop je dat de revenuen ook weer naar je toe komen. Logisch. Mijn vader zei altijd: “John, je hebt een voetbalstadion vol, zeg maar 50.000 mensen. Dan is het de kunst om van iedereen 5 euro binnen te halen. Niemand zal daar echt wakker van liggen, maar jij bent 250.000 euro rijker. Alleen hoe krijg je die mensen zo gek om jou 5 euro te geven?” Sommige mensen verstaan die kunst. Dat heet zakelijk inzicht. Gewoon slim zijn. Wat betreft die 5 euro moet je er wel wat voor teruggeven natuurlijk. Dat kan een lidmaatschap zijn, dat kan een artikel zijn, maar het kan ook gebakken lucht zijn.
In Alkmaar hebben ze jarenlang gebakken lucht verkocht. Gewoon een goed verhaal, door slimme mensen bedacht. Hun potentiële klanten waren vaak mensen die kwetsbaar waren. Door reclamefilmpjes op een warme manier te tonen, kreeg men het idee, dat je het geld net zo makkelijk kon krijgen als een kroket uit een automatiek. Door middel van ordinaire wurgcontracten werden de klanten zowel financieel als leefbaar compleet afhankelijk van een man in Alkmaar.
Een man die zich doorgaans naar de buitenwereld altijd met een minzame glimlach presenteerde. Omringd door oud-politici en slimme jongens die het vuile werk opknapten. Die hun baas maar één richting uitstuurden, namelijk de richting die hij zelf wilde. Hij zorgde er wel voor, dat het hele dorp waar hij woonde mee kon eten vanuit zijn imperium. Een oud gezegde luidt immers: “De koning zorgt altijd goed voor het leger, het leger zorgt goed voor de koning. Bakken met geld werden er verdiend, waardoor de werknemers hun dorp en hun huizen konden opknappen, mooie vakanties konden vieren, nog grotere auto’s konden kopen en zich ondertussen hadden omringd met een prachtig museum en een voetbalclub. De Ondernemingsraad met een wat gezette dame als voorzitter, kwijlde mee in het gezang van haar baas.
Je kunt zeggen: Stom dat mensen, zijn klanten dus, daar allemaal intrapten. Is dat ook zo? Er komt iemand met een mooie strik, in een fantastisch pak met een bult papieren en vertelt jou: “Ik los jouw problemen op. Als je met ons in zee gaat, drijven de donkere wolken weg boven je huis, de wereld ligt voor je open, waarom maak je het jezelf zo moeilijk als het wat rustiger kan, zodat je weer een gelukkig gezin kan zijn.” Of: “Geef mij jouw spaargeld, waar je zo hard voor gewerkt hebt. Wij passen er goed op, sterker: wij zetten het zó uit, dat je rendement geweldig wordt.” Onderbouwd met voorbeelden zoekt de vertegenwoordiger van het bedrijf de zwakke plekken van de mensen op. Er zijn opleidingen waar je dat kan leren.
Jaren ging het goed. Het imperium werd steeds maar groter. Het slachtoffer-imperium ook, trouwens. En toen opeens: “Boem”. Alles spatte uit elkaar. Het bedrijf was in twee weken weg. De eigenaar deed nog wel zijn best om zijn imperium te houden. Het ging met horten en stoten. De TV-zenders vielen over elkaar heen. Het dorp, dat leefde van deze praktijken, was opeens niks meer waard. Het museum werd leeggehaald en de voetbalclub AZ lag op het randje van faillissement. Het personeel huilde krokodillentranen en de voorzitter van de Ondernemingsraad van het bedrijf profileerde zich bij Pauw en Witteman als een klein kind, dat haar speeltje was kwijtgeraakt. Duizenden mensen in Nederland zaten tot hun nek in de schulden of waren hun spaargeld kwijt. Het interesseerde de bevelhebbers van het bedrijf geen moer. Iedereen kreeg de schuld behalve…
Afgelopen zaterdag was ik op bezoek in Alkmaar. Tezamen met 150 supporters om mijn club te ondersteunen. Er stond een andere naam op het stadion. De klappertjes van de toeschouwers van de club uit Alkmaar werkten nog steeds. Zoals altijd verlieten de eerste toeschouwers bij het doelpunt van FC Groningen al het stadion. Krampachtig proberen ze nog terug te denken aan de tijden van weleer. Een nieuwe sponsor (AFAS) werd in het FC Groningen vak al gekscherend “Afwas” genoemd. En krampachtig probeert men nog steeds inkomsten te genereren, door middel van woekerprijzen te vragen voor een bezoek aan dit stadion als uit-supporter. 25 euro werd er gevraagd en genomen. Het spook Scheringa hangt nog steeds boven deze club. Tot ook deze ballon knapt en AZ degradeert tot een opeenhoping van een simpele club in de eerste divisie, die tezamen met zijn voormalige baas duizenden mensen tot hun levenseind in de ellende heeft gestort.
John Schurer,
Voorzitter Supportersvereniging FC Groningen