Column: Genieten met een grote G

Wat is het in deze tijden toch fijn om voor FC Groningen te zijn. Nog geen jaar geleden lagen we zo goed als knock-out op de bodem van de diepste put. We wonnen zelfs amper een wedstrijd in de Keuken Kampioen Divisie. En misschien is dat juist ook wel het mooiste aan een club als ode onze: door de diepste dalen geniet je zo enorm van de hoge pieken.

Sinds we weer uit die put zijn geklommen, is er zo enorm veel veranderd. Er is een echt team gecreëerd, een prachtige mix van eigen talent en spelers van buiten die hier precies passen. De resultaten volgden, met een krankzinnig slot van de competitie. Op één minuut na waren we veroordeeld tot de loterij van de nacompetitie. Waarna een week later een van de mooiste dagen – ik schrijf bewust dagen en niet alleen de wedstrijd – in de geschiedenis van de club volgde. Die vergeet niemand meer. Persoonlijk ging ik binnen een jaar van janken in de Adelaarshorst van pure frustratie naar verdwaasd euforisch rondrennen bij de pitch invasion.

Daarom is een club als FC Groningen ook zo veel leuker dan een topclub. Daar wen je aan winnen en heb je een waardeloos seizoen als je vijfde eindigt. Ik wil niet wennen aan winnen (ook niet aan verliezen voor de duidelijkheid), maar wil trots zijn op mijn ploeg en me daarmee kunnen identificeren. Jongens zien spelen die ik ook op het fietsje tegen kan komen in de stad. Die uitstralen dat ze een vriendenploeg zijn en trots het groen-wit dragen. Ik word liever tiende met zo’n ploeg dan vijfde met een vreemdelingenlegioen dat geen enkele binding met ons en de club heeft.

Sommigen zullen zeggen dat het in het betaald voetbal puur om presteren gaat. Natuurlijk wil je zo hoog mogelijk eindigen, maar een club is zoveel meer. Het gaat om vriendschappen. Om binding met elkaar, of je nou putjesschepper bent of chirurg. Die negentig minuten ben je samen, een soort familie, geen onderscheid. En samen beleef je winst en verlies. Het gaat uiteindelijk om emotie. Voetbal is geen product, maar precies dit, emotie. En die beleef je samen.

Kijk waar de club nu staat. Een pikstart van het seizoen. Een team waar het plezier van afstraalt. Een technische staf uit de regio, de jeugd die bijtekende omdat ze graag bij de club spelen. En een aanvoerder die een kind van de club is. Maar ook de andere jongens die het naar hun zin hebben hier. Hidde Jurjus, die ‘gewoon’ bijtekent ondanks dat hij zijn basisplek is verloren. Ik kan geen club in Nederland noemen waar dit nu gebeurt. Overal zie ik volwassenen en kinderen in FC-kleding. Men is trots, de club is met recht de Trots van het Noorden. Het stadion zit rammetje vol. Shirts vliegen over de toonbank.

En ik besef dat we hier allemaal enorm van moeten genieten. Want dit is een van de mooiste periodes in de geschiedenis van de club. Het is niet normaal dat de halve ploeg uit eigen talent bestaat, en dan ook nog eens op eredivisieniveau. Het is niet normaal dat Groningen veertien wedstrijden op rij ongeslagen is. Dat zal een keer anders worden. Grote talenten kan FC Groningen niet eeuwig behouden. We zullen een keer een aantal wedstrijden op rij verliezen. Er zullen miskopen volgen. En dan zal er weer een periode ontstaan met meer chagrijn. Dat is, nogmaals, de charme van voetbal en onze FC. Maar laten we tot die tijd koesteren wat we nu hebben en genieten. Want wij zijn Groningen!

John de Jonge
Voorzitter SV FC Groningen